Column Sem | David Boysen, van hoopgever tot… hoopgever

In Washington wordt vandaag ene Barack Obama zijn (witte) huis uitgezet. Maar ook in Kerkrade moet er iemand het veld ruimen. Na amper een halfjaar is het einde verhaal voor David Boysen bij Roda JC en wordt met wederzijds goedvinden het contract ontbonden. Hoe een Deen binnen een halfjaar kan evolueren van hoopgever naar… hoopgever. Maar dan op een andere manier.

Na een seizoen waarin Roda met piepen en kraken in de Eredivisie bleef, kwam de volgende opdracht voor de Kerkraadse clubleiding: een stabiele ploeg in diezelfde Eredivisie worden. Want het is al vaker door analytici aangehaald; het tweede seizoen in de Eredivisie is voor een staartploeg vaak net zo lastig – wellicht nog lastiger – dan het eerste seizoen na de terugkeer. In het eerste seizoen kan een team met onbevangenheid, onbekendheid en collectief enthousiasme vaak al een heel eind komen. Die factoren liggen wat mij betreft bij een tweede Eredivisie-seizoen toch wat anders. Dan is het dus zaak dat er kwalitatief iets bij komt. Bij Roda gebeurde dat door uit alle windstreken spelers aan te trekken: van Rotterdam tot Cyprus, en van Utrecht tot Bröndby. Uit die voorstad van Kopenhagen werd David Boysen opgepikt.

Opgepikt zeg ik? Gekocht! Zo’n drie ton had Roda ervoor over om de rechtspoot vanuit Denemarken naar Zuid-Limburg te laten overkomen. Denemarken, daar waar Rick Plum een jaartje scoutingswerk had verricht nadat hij niet door één deur bleek te kunnen met Kalezic. Hoe dan ook, 300.000 pieterballen is een aanzienlijke transfersom voor een club als Roda, die ten tijde van de categorie 1-indeling überhaupt geen transfersommen hoger dan 100.000 euro op tafel mocht leggen. Hij is daarmee dan ook een van de duurste spelers die in de afgelopen jaren het geel-zwarte shirt verdedigd heeft. Dan mag je dus ook verwachten dat zo iemand een kwaliteitsinjectie aan het team betekent. Bovendien is Bröndby, tienvoudig Deens kampioen en zesvoudig bekerwinnaar, geen lullig team om vandaan te komen. Toen hij in oefenduels ook nog trefzeker bleek met fraaie afstandsschoten, leken ik en velen met mij het zeker te weten: we hebben een uitstekende linksbuiten in de gelederen.

Dat zou uiteindelijk – helaas – wel meevallen. Dat goede schot nam Boysen ook mee het Eredivisie-seizoen in, maar hij zou het zelden tot volledige ontplooiing laten komen. Aanpassingsproblemen in de eerste maanden maakten het zeker niet makkelijker voor de speler zelf, maar buiten een prima assist op Adil Auassar voor Roda’s eerste treffer op bezoek bij Ajax sorteerden de acties van de buitenspeler weinig effect. Een gebrek aan snelheid en het feit dat voor zijn linkerbeen zelfs een pakje boter nog veilig was, leidde ertoe dat hij vanaf de linkerkant betrekkelijk makkelijk te verdedigen was voor de Bram van Polen’s en Hidde ter Avest’s van deze wereld. Een kans in een vrije rol achter de spits (waar hij bij Bröndby ook regelmatig speelde) kreeg de Deen niet, doordat dit niet in het tactische plaatje van Anastasiou paste en bovendien de concurrentiestrijd met Abdul Ajagun op die positie niet te winnen viel.

David Boysen tackelt ADO-speler Ebuehi. (Pro Shots)

Toch was daar opeens hét moment van David Boysen in een geel-zwart tenue. Op 16 oktober trok Roda naar het Rotterdamse Kralingen om daar een vroeg zespuntenduel tegen Excelsior te spelen. In de openingsfase ontsnapte de formatie van Anastasiou een handvol keer aan een zeker lijkende tegengoal, waarna in de tweede helft datgene gebeurde waarop iedereen wel hoopte, maar niemand rekening hield: een Roda-goal. Nadat Roda het Eredivisie-record had aangescherpt door dik zes duels niet tot scoren te komen, en het bovendien na acht speelrondes nog wachtte op haar eerste overwinning van het seizoen waren het Daniel de Silva en David Boysen die op de linkervleugel een combinatie opzetten, waarbij laatstgenoemde de bal voorbij Excelsior-keeper Muyters schoof en Roda daarmee eindelijk én een goal én een zege schonk. David Boysen, bringer of hope in Kerkrade en omstreken. Het zou het spaarzame hoogtepunt van een grijze muis op de linkerflank blijken.

Nu is het januari en zijn David Boysen en de club in, zoals dat zo mooi heet, ‘goed onderling overleg uit elkaar gegaan’. Dat is simpelweg een verkapte benaming voor het feit dat beide partijen tot de pijnlijke conclusie zijn gekomen dat er simpelweg geen winst meer te behalen viel. Voor allebei niet. Een prijzig, kortstondig huwelijk dat naar de buitenwereld toe voor technisch directeur Ton Caanen schrijnend gezichtsverlies oplevert. Roda zal de ontbinding mede hebben doorgezet omdat zij nu het nodige salarisbudget kan vrijmaken. Dat geld kan dan weer besteed worden aan iemand die onmogelijk minder bijdraagt aan het team dan Boysen. Diens rendement had immers het vriespunt bereikt. Roda kiest dus eieren voor haar geld. Met andere woorden:

David Boysen is weer hoopgever.

Reageren kan via semcaelen@rodajclive.nl

Comments (1)

  1. Kirchroatsjer jong

    Goed werk van Plum dus. 3 ton weggegooid!

Comments are closed.