Column Sem: In Kalezic we trust
Zes tegen nul. Het waren onthutsende cijfers die er zaterdagavond als eindstand op het scorebord van de Amsterdam ArenA prijkten. Ajax had zojuist Roda JC van het kastje naar de muur gestuurd en vice versa. Negentig minuten lang geen schijn van kans op de eerste overwinning sinds 30 augustus. Moeten we ons nu echt zorgen gaan maken? Nee, wat mij betreft niet.
Oké, de manier waarop de geel-zwarten zaterdagavond het onderspit delfden, zoals dat dan zo mooi heet, verdiende geen schoonheidsprijs. Dat is meestal het geval wanneer een ploeg met 6-0 de boot in gaat, zo ook voor de manschappen van Kalezic. Een rechtervleugel die al zoekgespeeld was voordat de meeste toeschouwers in het stadion hun stoeltje gevonden hadden, een middenveld dat continu uit elkaar getrokken werd en een centraal verdedigingsduo dat telkens een stap te laat was; nee, erg lekker liep het niet. Het positieve van het verhaal was dat Ajax het scoringstempo van de eerste zes minuten geen vervolg gaf in het restant van de wedstrijd, want dan hadden we aan het eind van de rit tegen een 30-0 uitslag aan moeten kijken. Zou ook niet al te lekker zijn geweest voor het doelsaldo, dat lijkt me duidelijk. De zes die Van Leer in de ArenA om zijn oren kreeg zijn dat ook niet, maar doordat de Kerkraadse defensie in de voorgaande tien duels slechts elf tegentreffers incasseerde, zijn de doelcijfers ook na deze zeperd niet al te dramatisch (10 voor, 17 tegen).
Roda’s laatste zeven duels leverden drie nederlagen (Twente-uit, Excelsior-thuis en Ajax-uit) en vier gelijke spelen (NEC-thuis, Feyenoord-thuis, Cambuur-thuis en Utrecht-uit) op. Zet dat af tegen de drie overwinningen die in de eerste vier wedstrijden geboekt werden en het is makkelijk om te stellen dat Roda sindsdien als een kaartenhuis in elkaar is gedonderd. Terecht? Nee, absoluut niet. Dat we negen punten uit de eerste vier duels haalden was en is wat mij betreft een wonder op zich. Heracles leek in de eerste wedstrijd, net als eigenlijk de gehele Nederlandse voetbalwereld, íéts te makkelijk over de uitwedstrijd bij de promovendus te denken, kwam wel op 0-1, maar nadat de eerste twee doelpogingen van Roda direct in een goal resulteerden trok het frisse, voor het grote publiek onbekende elftal de overwinning naar zich toe. Vervolgens werd er kansloos verloren bij Vitesse, won men met het minimale verschil van De Graafschap en werd er eveneens gewonnen in Alkmaar van AZ, dat tot op heden nog naar de juiste vorm zoekt.
De ‘terugval’, voor zover je die als zodanig mag betitelen, kent een aantal stuwende factoren. Om te beginnen is het belangrijk om te realiseren dat er momenteel een selectie staat die voor driekwart bestaat uit spelers die vorig seizoen met pijn en moeite de Jupiler League trotseerden. Roda investeerde, noodgedwongen, van alle Eredivisionisten het kleinste bedrag in versterkingen; minder dan bijvoorbeeld De Graafschap dus, dat we met 11 punten minder dan Roda onderaan de ranglijst terugvinden. Het grootste gedeelte van deze spelersgroep is bovendien niet gewend om iedere week op dit tempo en dit niveau haar wedstrijden te spelen, wat zich laat merken in deze fase van de competitie (en het bekertoernooi) waarin de wedstrijden zich rap blijven opvolgen. Bovendien krijgt men nu met blessures te maken; in de afgelopen weken vielen Farshad Noor en Arjan Swinkels al weg, waarna zaterdag ook Rostyn Griffiths geblesseerd uitviel. Roda beschikt, logischerwijs, niet direct over spelers van hetzelfde kaliber die deze gaten en rollen kunnen opvullen. Jens van Son kan een prima controleur zijn, maar is hij ook in staat om net als de technisch begaafde kilometervreter Noor het hele veld over te snellen? En Daryl Werker is een talentvolle, kopsterke centrale verdediger, maar beschikt hij op zijn jonge leeftijd ook al over de coachingskwaliteiten en de ervaring van Swinkels? Kan Nathan Rutjes dezelfde fysieke duelkracht en hetzelfde spelinzicht op de mat leggen als de gelouterde Griffiths? Het antwoord is nee, en daar hoeft geen van de genoemde spelers zich voor te schamen.
Een team en individuele spelers kunnen alleen maar hun spel verbeteren als ze ervaring op het verlangde niveau opbouwen. Dát is de fase waar we ons nu bevinden en des te contenter moet je als team zijn dat je in de eerste competitieweken op knappe wijze een buffer hebt weten op te bouwen, waardoor de recente resultaten niet direct tot een plek onderaan de ranglijst leiden. Juric en Boakye voetballen pas sinds een aantal wedstrijden samen in de aanval en zijn nog ruwe diamanten, hoewel Juric met zijn doelgerichtheid al zijn stempel heeft weten te drukken in de afgelopen duels. Wellicht kun je Gyasi nog eens de voorkeur geven boven Boakye, maar of dat veel uithaalt is maar de vraag; spitsen leven van doelpunten en wanneer Boakye eens het geluk aan zijn zijde heeft (hij scoorde nog niet namens Roda maar raakte wel al driemaal het aluminium), kan dat nét genoeg zijn om in de flow te komen.
Het is prijzenswaardig dat de stoïcijnse Kalezic vasthoudt aan zijn visie en, het duel tegen Ajax buiten beschouwing latend, bij een gebrek aan kwaliteit zijn elftal wel defensief prima weet neer te zetten. Hij gaat niet iedere week met onnodig veel poppetjes en veldbezettingen lopen schuiven, iets waar Tomasson en daarna met name Trost wel een handje aan hadden; we hebben gezien waar dat toe destijds toe leidde, namelijk helemaal niets. Roda beschikt nou eenmaal over beperkte middelen en zal moeten roeien met de riemen die het heeft, en de huidige technische staf beseft dat als geen ander. Het heeft dus ook totaal geen zin om nerveus te worden, want dat deden we ook niet toen we in de eerste competitierondes vriend en vijand verbaasden met de resultaten. De voorronde Champions League zal er waarschijnlijk niet meer inzitten, maar de grens van 30 punten is een prima streven voor deze ploeg. Nét boven de nacompetitieplekken, daar horen we te staan. En nergens anders.
Comments (2)
Sem Caelen
Dankjewel Roger!
Roger
wauw! Een analyse uit mijn hart!