Achtergrond | Welke voor- en nadelen biedt een Limburgse RJO?

Eens in de zoveel tijd duikt het verhaal weer op in de diverse media: de plannen voor een Regionale Jeugdopleiding (RJO) in Limburg. Gewild en gepromoot door de KNVB, maar zonder succes geïmplementeerd. Nota bene in het zuiden van Limburg, waar drie professionele voetbalclubs op steenworp afstand van elkaar gevestigd zijn, is het tot op heden nog niet gelukt om een zogenaamde RJO succesvol op te zetten. Maar wat is zo’n RJO eigenlijk, en welke voor- en nadelen biedt het Roda JC en diens voetballende concurrentie? Roda JC Live dook in de dossiers van de KNVB en de clubs en komt tot de conclusie dat een RJO een goed idee kan zijn, maar dat er geleerd moet worden van de gemaakte fouten elders in het land.

Certificaat
Hoewel de naam RJO doet vermoeden dat het per definitie om een samenwerking tussen meerdere voetbalclubs op het gebied van jeugdopleiding gaat, is de werkelijkheid iets anders. Sinds enkele jaren werkt de KNVB, in het kader van het niet nog verder verliezen van de aansluiting met het Europese (sub)topvoetbal, met certificaten voor jeugdopleidingen die aan bepaalde eisen voldoen. Deze certificaten zijn er in vier gradaties: lokaal, regionaal, nationaal en internationaal. Clubs, zowel professioneel als amateur, die voldoen aan de eisen voor het regionale certificaat, mogen zichzelf een RJO noemen. Verspreid over Nederland zijn er nu iets meer dan een tiental RJO’s van één of meerdere profclubs en is er een groeiend aantal amateurclubs die hetzelfde certificaat in hun clubkantine hebben hangen. Deze amateurclubs spelen overigens op behoorlijk verschillende niveaus: van tweede-divisionisten Excelsior Maassluis en Koninklijke HFC, tot vierdeklasser RBC uit Roosendaal.

Het zijn van een RJO is dus een leuk stukje erkenning vanuit de nationale voetbalbond richting de club(s), maar het is natuurlijk de bedoeling dat de mate van professionaliteit die met de RJO samenhangt zorgt dat clubs meer en betere spelers naar hun eerste elftal laten doorstromen. De nadruk ligt hierbij op spelers uit de regio van de club(s), die bij amateurverenigingen worden opgepikt en bij de profclub(s) hopelijk doorontwikkelen tot volwaardige profvoetballers. Roda JC heeft enkele jaren het predicaat RJO mogen voeren, maar wil nu dus graag de samenwerking met de naburige clubs aangaan.

Samenwerkingen
Aan hoge eisen hangt immers natuurlijk ook een prijskaartje. Het is een publiek geheim dat lang niet alle professionele voetbalclubs in Nederland zodanig in de slappe was zitten dat een jeugdopleiding überhaupt rendabel is, laat staan één die aanzienlijk professioneler is dan vele anderen. Om de kosten te drukken heeft een aantal profclubs in het verleden daarom ervoor gekozen om met naburige clubs samen te werken. Door faciliteiten te delen hoeven de clubs niet allemaal zelf het wiel uit te vinden. Bijkomend voordeel is dat de regionale dekking van de RJO’s toeneemt, waardoor talenten uit een groter gebied kunnen worden opgepikt door de clubs.

Samenwerken lijkt daarom een goede uitkomst om de doelen van de clubs en de KNVB te kunnen nastreven. Toch zijn in het verleden een aantal samenwerkingen weer opgeheven, waardoor die clubs weer ‘op eigen houtje’ verder gingen. De vele gecombineerde beloftenteams die een aantal jaar aan de beloftencompetities deelnamen zijn grotendeels weer verdwenen. Voor Vitesse/AGOVV lag dat uiteraard niet aan de samenwerking maar aan het verdwijnen van de Apeldoornse club uit het profcircuit. Andere voorbeelden, zoals VVV/Helmond Sport, Feyenoord/Excelsior en Groningen/Cambuur geven wel aan dat het laten samengaan van delen van jeugdopleidingen niet enkel voordelen oplevert.

Een deel van het probleem van een samenwerking tussen twee gelijkwaardige organisaties (het zijn immers telkens twee of meer profclubs) is dat er geen coördinatie is van bovenaf: er bestaat tussen de clubs geen onderlinge hiërarchie en er worden geen mensen aangesteld die tussen de beide clubs staan en de samenwerking coördineren. In de praktijk is de situatie dat één club het leeuwendeel van de organisatie van de RJO op zich neemt. Zodoende speelden de jongens van Groningen/Cambuur in een groen-wit tenue en voornamelijk op het jeugdcomplex in Groningen, terwijl een deel daarvan uit Leeuwarden en omgeving kwam en officieel jeugdspeler was van Cambuur. Dit leidde niet alleen tot logistieke vraagstukken (en daardoor toch extra kosten), maar ook tot de vraag welke club nu daadwerkelijk voordeel had van de RJO. Het grote risico van een gecombineerde jeugdopleiding is dat alle grote talenten uiteindelijk bij één van de eerste elftallen van de clubs terecht komt, terwijl de andere clubs wel meebetalen en organisationeel bijdragen, maar er op het veld in het stadion weinig tot niks van terugzien.

De Limburgse situatie
Spelers willen in de regel altijd zo hoog mogelijk voetballen. Mocht in Limburg een RJO ontstaan, is het belangrijk om te onthouden dat een aantal gecombineerde jeugdploegen ertoe kunnen leiden dat enkel de hoogst spelende Limburgse profclub er daadwerkelijk profijt van heeft. Op het moment van schrijven is van de Limburgse profclubs enkel Roda JC Kerkrade in de Eredivisie actief. Talentvolle jeugdspelers zouden volgens deze redenering daarom in eerste instantie kiezen voor Roda, omdat dit ze kans geeft op speeltijd in de Eredivisie. VVV-Venlo, MVV Maastricht en Fortuna Sittard vinden we allen in de Eerste Divisie terug, een competitie die beduidend minder aantrekkelijk is dan de Eredivisie.

Dat klinkt vanuit perspectief van Roda JC dus gunstig en de situatie is mogelijk één van de redenen dat MVV liever de huidige huurconstructie met K.Racing Genk in stand houdt, maar gezien de huidige sportieve situatie van de clubs kunnen de rollen op korte termijn zomaar omgedraaid worden. Het is niet ondenkbaar dat VVV en/of MVV promoveren, terwijl Roda JC hard moet werken om het Eredivisieschap voor volgend jaar veilig te stellen. In een situatie waarin Roda degradeert en één of twee andere Limburgse clubs promoveren, zijn de rollen dus omgedraaid en zijn VVV en/of MVV ineens interessanter voor de exposure van talentvolle Limburgse voetballers. Uiteraard is er niet over een half jaar ineens een RJO opgezet dus we moeten niet teveel stilstaan bij deze redenering, maar op lange termijn is het voor alle Limburgse clubs zeker iets om rekening mee te houden. Je moet niet willen dat één club buitensporig profiteert van een RJO, terwijl de kosten wél gelijk verdeeld zijn. Dat zou op termijn ertoe kunnen leiden dat bij één of meerdere deelnemende clubs de kosten de baten overstijgen, wat gezien de lastige financiële situatie bij alle Limburgse clubs een bijzonder onwenselijke situatie zou zijn.

Suggestie voor Roda JC
Een RJO biedt erkenning, garandeert professionaliteit en zou op termijn moeten leiden tot betere spelers in het eerste elftal uit de eigen regio. Limburgse voetballers in het eerste van Roda JC is iets dat de club en veel supporters graag zien, maar het kleine achterland van de club en de provincie draagt niet bij aan het realiseren van die wens. Een RJO kan uitkomst bieden in het gezamenlijk beter opleiden van jeugdspelers in de hoop dat Limburgse voetballertjes op termijn naam gaan maken in het nationale én het internationale voetbal. Dat is goed voor de Limburgse clubs en het Nederlandse profvoetbal als geheel. Aan het RJO-project zit echter een prijskaartje, waardoor samenwerking onontkoombaar lijkt. Dit heeft echter implicaties voor de deelnemende clubs; deels afhankelijk van de prestaties van het eerste elftal in het heden. Het is voor Roda JC daarom noodzakelijk om, in het geval dat er wordt overgegaan tot een RJO met één of meerdere andere Limburgse clubs, goed af te wegen onder welke voorwaarden de samenwerking wordt aangegaan. Zo blijft Roda JC een club die spelers opleidt en daar naar proportie voordeel aan heeft. Het moet worden voorkomen dat de club op termijn enkel bijdraagt aan het ontwikkelen van spelers voor het eerste elftal van MVV of VVV, zowel vanuit perspectief van de supporters, maar belangrijker: het financieel gezond houden van de club, en daarmee het garanderen van de toekomst.

Foto: Roda JC Live.