Eén jaar Jupiler League was meer dan genoeg

Zondag 31 mei 2015. De dag dat Roda JC – godzijdank – weer naar de Eredivisie promoveerde. De Wiederaufstieg, binnen één jaar, die niemand een paar weken eerder nog zag aankomen. Het was leuk, een jaartje Jupiler League, maar het was goed geweest.

Het avontuur begon ergens in augustus met een thuiswedstrijd tegen RKC Waalwijk. Meer dan tienduizend toeschouwers, een mede-degradant en een fantastische wedstrijd; in niets deed het me denken aan alle vreselijke gedachtes die ik had over een seizoen in de kelder van het betaalde voetbal. Toen ik een week later bij Telstar aankwam, moest ik denken aan een zin uit The Shawshank Redemption: “That’s when you know it’s for real.” In dat stadionnetje, met nog geen 1.500 toeschouwers, op een erbarmelijke grasmat, kijkend naar nog erbarmelijker voetbal. Toen kwam de klap pas echt: dit zijn de entourages waar we het dit jaar mee moeten gaan doen.

Welkom in de Jupiler League. Telstar-uit, de eerste van de 19. (Foto: Roda JC Live)
Welkom in de Jupiler League. Telstar-uit, de eerste van de 19. (Foto: Roda JC Live)

Gaandeweg die tweede helft van 2014, ik zal eerlijk zijn, begon ik er langzamerhand echter plezier in te krijgen. Die kleine stadionnetjes hadden wel wat en winnen deed deugd. Vrolijk terugreizen van een uitwedstrijd was weer eens wat anders dan wat we in het seizoen ervoor mee hadden gemaakt. Het bizarre moment dat je je verheugt op de trip naar Helmond Sport, terwijl nog geen negen maanden eerder Helmond-uit een van je ergste nachtmerries was. Bovendien waren er de derby’s tegen Fortuna en MVV, die gewonnen werden. Het maakte de eerste seizoenshelft leuk. Dat er van NEC verloren werd en dat het voetbal vaak niet om aan te zien was, maakte niet uit. We zaten nog in de race.

Als er iets is dat in die tweede seizoenshelft duidelijk is geworden, is dat de Jupiler League alleen te verdragen is wanneer je wint. Van de hemel gingen we naar de hel. FC Oss en Almere City werden niet langer pleziertripjes naar schattige, kleine stadionnetjes, maar lange reizen naar kleine [voeg scheldwoord in]-stadions, waar je negentig minuten zat te kijken naar wat misschien wel de volgende nederlaag zou worden. Zelfs de derby’s lichtten het seizoen niet meer op, want die gingen verloren en om nou dolgelukkig te worden van een 0-2 overwinning op FC Eindhoven… Nee.

Het wordt de hel. Sparta is met 6-0 te sterk. (Foto: Roda JC Live)
Het wordt de hel. Sparta is met 6-0 te sterk. (Foto: Roda JC Live)

Vlak voor het einde van het seizoen ging ik op vakantie en daardoor miste ik de laatste thuiswedstrijd tegen FC Emmen. In het verre Sri Lanka besefte ik pas wat die vreselijke tweede seizoenshelft met me had gedaan; normaal gesproken had ik het, ondanks de fantastische reis, toch wel jammer gevonden dat die wedstrijd aan me voorbij ging. Nu was ik eerder blij. Die negentig minuten ergernis, voor spek en bonen nota bene, bleven me lekker bespaard. 33 bezochte wedstrijden verder was het wel even genoeg geweest voor dit seizoen.

Toen ik de dag erna wakker werd en zag dat we met 1-3 ten onder waren gegaan legde ik me stilletjes neer bij nog een seizoen Jupiler League. Emmen was immers de eerste tegenstander in de play-offs. En dat was wel even lastig: voor één jaar was het leuk, die stadionnetjes, maar veel langer hoefde het niet te duren. Op een tweede seizoen zat ik bepaald niet te wachten, maar het moest maar; weer naar Groesbeek, Almere en Velsen-Zuid.

In Emmen verschaften we ons vervolgens, wonder boven wonder, een fatsoenlijke uitgangspositie en in Kerkrade ging het met kunst- en vliegwerk goed. Toen speelden de gedachten op: kan het nog…? NAC was lastig, maar ik had ze een paar keer zien voetballen en dat leek niet iets ongrijpbaars. Na het verlies in het eigen PLS, gingen we met de ‘niets te verliezen’-gedachte naar Breda, en daar ging alles in een waas voorbij. Een ongelofelijk einde: een vreselijk spannende wedstrijd, in de laatste tien minuten niet meer durven kijken en dat laatste fluitsignaaltje van Danny Makkelie.

En toen kwamen de knuffels en de tranen. We hadden het geflikt. Het verdriet van alle NAC-supporters stond in schril contrast met het feestje dat wij op de tribune vierden en het vreugdegehuil van de meegereisde fans. Volgend jaar, als we op weg naar de ArenA het sportpark De Toekomst passeren, zal ik nog wel eens aan dit seizoen denken. En misschien ook nog wel aan NAC, hopend dat zij het gaan halen. Want, geloof me, NAC-supporters, het is echt alleen maar vol te houden als je wint, die Jupiler League.

Headerfoto: Mitchel Paulissen scoort de 0-1 tegen NAC (ANP).

 

Comments (2)

  1. Geweldig artikel dat mijn gevoel verwoordt en dat van duizenden andere!

Comments are closed.