In memoriam: Nol Hendriks (1937-2017)

Arnold Hendriks. Letterlijk en figuurlijk groot geworden in Zuid-Limburg, hoewel hij daar niet geboren werd.

In het Gelderse Renkum zag hij op 15 mei 1937 het levenslicht, om vervolgens tijdens de Tweede Wereldoorlog met zijn ouders naar het zuiden af te zakken. In een regio waar de mijnbouw op dat moment dé economische katalysator was, ging ook Nol ‘ondergronds’ aan de slag. Daar lag echter niet zijn talent: dat vond Nol immers in de textielindustrie. Niet bepaalde een sector waar je op voorhand rekening mee zou houden, maar als er iemand heeft bewezen dat onderbroekenhandel je ver kan brengen, is het Nol Hendriks wel. Het trucje dat Hendriks keer op keer uithaalde: grote partijen kleding in het (verre) buitenland opkopen, en deze vervolgens in Nederland als ‘nieuw’ product voor een niet al te hoge prijs aan de klant slijten.

Dat die handel zich uitbetaalde, vertaalde zich in de investeringen die Hendriks vervolgens deed. U raadt het al: Roda JC Kerkrade. In het begin van de jaren ’80 maakte hij zijn entree bij de club en gedurende bijna drie decennia droeg hij bij aan de komst van spelers en trainers. Daarbij speelde zijn financiële slagkracht natuurlijk een belangrijke rol: Hendriks betaalde (gedeeltes) van transfersommen en salarissen van spelers, om vervolgens ook een (stevig) graantje mee te pikken bij de verkoop van die spelers. Hendriks stond daarmee aan de basis van het ‘handelshuis’ Roda JC dat ontstond; niet een handelshuis zoals we dat in de afgelopen seizoenen hebben gezien waarbij drie keer per jaar met een groothoeklens een nieuwe teamfoto gemaakt moest worden, maar een handelshuis waarbij gericht in een aantal spelers geïnvesteerd werd. Regelmatig haalde Hendriks daarbij hetzelfde trucje uit als in de textielbusiness: voor weinig geld werd er in een relatief onbekende competitie een talentvolle speler gescout, die vervolgens voor een transfersom met zes nullen werd doorverkocht. Het tekende de pure ondernemer die Arnold Hendriks was, zowel in zijn textielbranche als op voetbalgebied. Op zijn kantoor hingen niet voor niets meerdere televisieschermen, waarop het laatste voetbalnieuws en alle beurskoersen voorbij kwamen.

Man van het volk
De bekendheid die hij uit zijn ondernemerschap niet kreeg, behaalde hij wel in de voetballerij. Hoewel Hendriks zich graag presenteerde als ‘man van het volk’, genoot hij ervan om herkend te worden op straat en gezien te worden als de grote man achter Roda JC. Niet dat Hendriks graag op een voetstuk werd geplaatst of graag op een troon zat in het Parkstad Limburg Stadion; hoe normaler, hoe beter, was wat dat betreft het devies. Zijn succes deelde hij graag met het volk. Zo kocht hij ooit voor een bekerduel van Roda JC alle kaarten voor de korte zijde van Kaalheide, die vervolgens gratis op te halen waren bij ‘de zaak’ aan de Schelsberg. Ook met de werknemers van zijn zaak werd de weelde gedeeld, want die werden met enige regelmaat mee op vakantie genomen. Een personeelsuitje om u tegen te zeggen.

Een ondernemer van de oude stempel was Hendriks ontegenzeggelijk. Hij hield van korte lijntjes, een familiaire sfeer binnen het bedrijf en had een bloedhekel aan vergaderingen. Van andere bestuurders trok hij zich vrijwel nooit iets aan; bij velen merkte hij op dat ze er volgens hem ‘alleen maar zaten voor de gratis seizoenskaart’. Werken met hem was volgens velen onmogelijk, maar zelf zag Hendriks dat heel anders: “Het is juist heel simpel. Het antwoord is altijd duidelijk ‘ja’ of ‘nee’.” De uitzondering hierin vormde Theo Pickée, met wie Nol twee handen op één buik was. Pickée noemde hij meermaals ‘de beste voorzitter die hij had kunnen wensen’ en was één van de weinigen binnen Roda JC met enige invloed op de eigenwijze Hendriks.

Zijn voorkeur voor korte lijntjes kwam met name naar voren in zijn, zacht gezegd, onconventionele manier van onderhandelen. Vaker dan eens ‘contracteerde’ hij spelers door middel van een handtekening op de achterkant van een bierviltje, meteen na de wedstrijd waarin hij de speler gescout had. Dat scouten deed hij namelijk ook zelf, geholpen door een groot netwerk van tipgevers. Met de regelmaat van de klok stond Hendriks langs achterafveldjes in Duitsland en met name België, om te kijken naar onontdekt talent. Als die niet zelf mochten onderhandelen, dan gebeurde dat gewoon met de ouders, zoals bij Peter van Houdt. Van Houdt mocht van zijn ouders niet zien wat hij ging verdienen, dus vonden de laatste besprekingen met de speler plaats met een wit vel over het contractpunt ‘Salaris’.

Theo Pickée
Het dieptepunt in zijn Roda-tijdperk beleefde hij ook met zijn grote compagnon Pickée, en dat was het hoofdstuk ‘FC Limburg’. Hendriks heeft altijd het standpunt aangehouden dat structureel topvoetbal in Zuid-Limburg niet mogelijk is zonder een fusie tussen de drie zuidelijke clubs; MVV, Fortuna Sittard en Roda JC. Voor de komst van het Parkstad Limburg Stadion zette Hendriks zich al in voor een nieuw te bouwen stadion voor de fusieclub, dat ergens in Midden-Limburg gebouwd zou moeten worden. Toen uiteindelijk het nieuwe Roda-stadion er kwam, door grote inspanningen van Theo Pickée, werd besloten dat dit dan de nieuwe vestigingsplaats van FC Limburg zou moeten worden. Het leidde ertoe dat beide heren, toen er een akkoord was, met een kogelvrij vest een woedende menigte supporters te woord moesten staan. Uiteindelijk werd de fusie afgeblazen en ook nieuwere pogingen slaagden niet. In latere interviews heeft Nol altijd gesteld dat dit een teleurstelling was, maar dat hij geleerd had zich er nooit meer voor te zullen inzetten.

Met het vroegtijdige, maar niet onverwachte overlijden van Pickée in 2003 werd het einde van het tijdperk-Hendriks bij Roda JC ingeluid. Zijn steun en toeverlaat bij de club verdween en er werd een professionaliseringsslag ingezet bij de club. Dit zorgde ervoor dat ‘Roda niet meer Roda was’ voor Hendriks. Vergaderingen volgden elkaar op en creëerden precies de bedrijfsvoering die Nol altijd had willen voorkomen bij Roda JC. In 2006 trok hij zijn handen na een conflict met het toenmalige bestuur officieel af van Roda. In de jaren erna financierde hij nog vaak spelers. Bovendien zocht hij regelmatig de publiciteit op, door te stellen dat hij miljoenen zou gaan investeren, ‘op zijn voorwaarden’. Die voorwaarden werden echter altijd onmogelijk geacht en tot een officiële terugkeer bij de club kwam het niet.

Overlijden
Rond dezelfde tijd als zijn afscheid voor Roda JC, kreeg Hendriks privé een enorme klap vanwege het overlijden van zijn geliefde echtgenote Margaretha. Met zijn steun en toeverlaat, zijn eerste en enige liefde, kreeg hij twee kinderen, aan wie hij pas een maand voor zijn dood officieel het bedrijf overdroeg. Elke dag bezocht Hendriks trouw het graf van Margaretha en altijd stonden er verse rode rozen. Op het moment dat Nol daar zelf niet meer voor kon zorgen, werd dat gedaan door zijn tweede partner Ria. Na jaren met een broze gezondheid geleefd te hebben, werd Hendriks een week voor zijn overlijden getroffen door een hersenbloeding. Op 21 oktober 2017 overleed Arnold Hendriks in de leeftijd van 80 jaar.

Tekst: Luc van Dijk & Sem Caelen