Opinie Sem | Details zijn in de play-offs geen details

Een haat-liefde verhouding: niets meer en niets minder is het sentiment dat komt kijken bij een deelname van Roda JC aan de promotie/degradatie-play-offs. Haat, omdat je als supporter – hopelijk – twee weken lang de stuipen op het lijf krijgt gejaagd; liefde, omdat het tot dusver keer op keer goed is afgelopen.

Welke andere club kan immers zeggen dat zij vier keer het Eredivisie-schap moest veiligstellen via de nacompetitie en daar ook daadwerkelijk vier keer in slaagde? Inderdaad, Roda JC is de ongekroonde, officieuze koning van de Jupiler Play-offs. Vier deelnames en acht tweeluiken (waarvan er één nog uitmondde in een beslissingsduel) maken zeventien play-offduels. De balans van Roda? Acht zeges, acht gelijke spelen en welgeteld één nederlaag: de 0-1 in Kerkrade tegen NAC Breda, in 2015. U kunt zich vast nog wel herinneren hoe dat in de return werd rechtgetrokken.

Van wederopstanding tot wederopstanding
De bovenstaande cijfers wekken wellicht de indruk dat Roda telkens eenvoudig door het bos aan Jupiler League-ploegen en degradatiekandidaten fietste, maar niets is minder waar. Regelmatig moest er een band geplakt worden of zag men door de bomen dat bos niet meer. Tijdens iedere editie was er een cruciaal moment, een detail, dat Roda in leven hield. In 2009 werd Bram Castro de held in Leeuwarden door een ijzersterk optreden in de allesbepalende penalty-serie; in 2013 had Mark-Jan Fledderus aan een kwartier en twee vrije trappen genoeg om uit te groeien tot een levende legende, ten koste van een gedesillusioneerd Sparta; in 2015 kreeg de term ‘tumultueus duel’ een nieuwe dimensie toen Tom van Hyfte de titanenstrijd tussen NAC Breda en Roda JC in extremis in Kerkraads voordeel beslechtte; in 2017 hielpen Gyliano van Velzen en Nathan Rutjes een door rode kaarten geteisterd Roda op miraculeuze wijze voorbij het toch wel beperkte Helmond Sport, waarna Zuid-Limburger Daryl Werker in de finale de matchwinner werd in het Zuid-Limburgs voetbalgevecht tussen Roda en MVV.

Het zijn stuk voor stuk scenario’s die thuishoren in een Grieks heldenepos. Roda leeft op sportief gebied al jaren van wederopstanding tot wederopstanding en blijkt een aantal levens te hebben waar menig kat jaloers op mag zijn. Want behalve dat lijfsbehoud (of in 2015 promotie) telkens met hangen en wurgen werd bewerkstelligd, betrof het ook iedere editie opnieuw een kwetsbare ploeg waar menig voetbalvolger geen stuiver meer voor gaf. Het Roda van 2009 mocht in haar handjes knijpen dat, met een door blessures uitgedunde selectie, de play-offs überhaupt gehaald werden. Het Roda van 2013 presteerde het hele seizoen al dusdanig wisselvallig, dat er geen pijl op te trekken viel of het team zich staande zou weten te houden in de nacompetitie. Het Roda van 2015 had in de tweede seizoenhelft in de Jupiler League tik na tik geïncasseerd, zag de coach tussentijds vertrekken en was op papier de onderliggende partij tegen Eredivisionist NAC. Het Roda van 2017 typeerde zich als een onevenwichtig samengestelde selectie, werd geleid door een interim-trainer in de vorm van Huub Stevens en moest bovendien dealen met de nodige interne onrust.

Contrast
Hoe groot is het contrast met het Roda van nu. De neuzen in het Parkstad Limburg Stadion wijzen in dezelfde richting, coach Robert Molenaar geniet de onvoorwaardelijke steun van de clubleiding en de spelersgroep is in de laatste maanden alleen maar sterker geworden, zowel als collectief als qua prestaties. En laat dat nou juist de grootste valkuil zijn van deze groep: alles en iedereen heeft een hoge pet op van dit team – in tegenstelling tot twee maanden geleden – en doordat Roda in de op het oog meest gunstige helft van het play-offschema zit, zonder bijvoorbeeld NEC, is er geen ontkomen aan dat Roda de torenhoge favoriet is. Uit cijfers van het gerenommeerde Transfermarkt blijkt dat een Roda-speler gemiddeld drie keer zoveel waard is als een speler van Almere City of De Graafschap, en het viervoudige van een selectielid van Telstar. Bovendien leeft er geen extra sentiment ten opzichte van een van die tegenstanders, omdat het in tegenstelling tot vorige jaren niet om bijvoorbeeld een streekrivaal of Eredivisie-club gaat.

Wat ik daarmee wil zeggen, is dat Roda moet waken voor een overdosis aan zelfbewustzijn, omdat het in vorige play-off-campagnes juist is gebleken dat niet zozeer kwaliteit, maar kampfgeist en vooral details in zulke slijtageslagen bepalend zijn voor de uitkomst. Tegen ADO speelde Roda aan de bal in mijn ogen een van haar beste wedstrijden van het seizoen, maar zijn het een lullige uittrap, een standaardsituatie en een moment van totale desorganisatie die drie tegentreffers in één helft inluiden. Uiteraard moet een tegenstander daar dan nog wel gebruik van maken, maar het is niet zo dat ADO drie keer scoort in het Parkstad Limburg Stadion omdat het Roda met positiespel aftroefde. Nee, dat had vooral te maken met een gebrek aan scherpte bij de thuisploeg.

Vermijden
Almere City heeft in het tweeluik tegen MVV laten zien dat het een genadeloze equipe kan zijn: in Maastricht scoorde het uit drie standaardsituaties, in Almere was het een vlijmscherpe counter totdat MVV in de slotfase alle risico’s nam en de thuisploeg daardoor vrij baan gaf. Maar MVV verloor de dubbele ontmoeting dus eigenlijk al in de eerste wedstrijd, op volkomen onnodige wijze. Dat moet Roda dus op alle mogelijke manieren zien te vermijden, want dan komt het naar alle waarschijnlijkheid dus wel op kwaliteit aan. En op dat vlak lijkt Roda, op basis van de sterke afgelopen weken, schier onklopbaar voor een Jupiler League-tegenstander.

Play-offs zijn leuk. Voor de neutrale toeschouwer. Aan Roda de taak om ze ook leuk te maken voor de eigen aanhang.

Reageren? semcaelen@rodajclive.nl